Tentdoek

Een grote vogel zag ik in de wolken
zich verwonden en de wonde was de zon
die bloedig rood al dalend ging vertolken
het beeld dat ik niet meer bevatten kon.

In het donker dwaalde ik door zalen
waar hymnen slapend in 't gebinte hingen
en spiegels licht van dode sterren vingen.
Nergens was er nog verhaal te halen.

Op de drempel van de morgen ligt het beeld
dat eens de verste einder overspande
en met één enkel woord mij kreeg geheeld
in stukken: torso hoofd en losse handen.

Zingend groet mijn Roosje vroeg de dag
en spant een tentdoek met haar kinderlach.

31 december 2001 - 29 april 2009