Waterbloemen

ik zag de zee
maar kon de snelle
waterbloemen niet volgen
in hun dalend en rijzend
racen naar strand

waar ze in schuim
kapot sloegen onder
de harde hand van
een straffe wind tot
niemand ze meer vindt

ik ben toch terug
gegaan in kalmer tij
bij een volle maan
om ze te determineren
en hun namen te leren

wilde hen niet
in anonimiteit vergeten
zij die op woeste golven
het leven goed speelden in
een nog paradijselijke vloed