Winden wervelen
zonnen branden
larven spartelen
rotsen breken
niemand kent de noorderzon
waar de fluittoon galmt en droomt
uit de trilling spoort het licht
door de dalen van gebergten
winters dalen
takken wuiven
donders dreunen
regens stromen
iemand wekt de taak der taken
om de wereld neer te leggen
water vuur en aarde buigen
om elkaar en scheppen lucht
zuilen zinken
torens reiken
wiegen dragen
wolken glijden
stop de tijd, sprak een stem
en er brak een gelaat
door elementen en tijd
en zei
spreek tot mij
en het gesprokene zal zijn
de woorden wierpen een schaduw
en in de schaduw was de chaos
ontsteek het licht
sprak een stem tot Hem
de zon straalde
over velden tot in de verte
en Hij wachtte
tot de stem weerklonk
tot in oneindigheid
Nino Michielse