Speldenprikkend

donker duwt
de avond het
laatste daglicht
voor zich uit

in het langer
worden van
schaduw verliezen
kleuren hun huid

nog schijnen
spaarzame stralen
hun lijnen van de
laagstaande zon

in het langzaam
doven van boven
speelt nacht zijn
speldenprikkend spel

in een voortdurend
bewegen komen
lichten elkaar tegen
in een vast decor

pas als de kleine
uren tellen gaat
zwart koppensnellen
wordt bewegen gestopt

tot ook stilte zijn
rust heeft genomen
verpakt in miljoenen
menselijke dromen