Sint Joris trekt ten strijde

Het raam gevangen in zijn omlijsting
Een soldaat paraat achter het glas
Sint Joris trekt ten strijde
Met in zijn handen
Een televisie uit de jaren zestig

Het kozijn valt in stukken
Brokkelt af onder mijn ogen
Ik weet hoe dit venster ruikt
Naar bloemkool en verschaalde poeder
En binnen een haakwerkje, zuur
Van een zwetende moeder

De eenzaamheid huist in dit huis
De man, een verstokte pruimtabak gebruiker
Spuugde de stoep bruin
En stierf in de stoel bij het raam
Sindsdien kijkt zij naar buiten
De wereld staat haar niet meer aan

Justine

het andere gedicht mag weg, ik heb wijzigingen aangebracht