Eenzaam maar geenszins alleen
verschuift een berg de zwakke grond
verloren in de ratio breekt de grens
van krankzinnigheid, de hoop
in doornen gedachten graven de gruwelen
zonder mededogen, zonder stem
zonder mij te dragen
innerlijk weerspiegelt, de wereld resoneert
mijn kleuren golven in angstklanken
diepdroeve noten drukken door
mijn ogen spreken
mijn lichaam implodeert, zwaartekracht dwingt
slechts een schreeuw kan mij nog redden
die huilende pijn naar buiten draagt
in de diepte zakt mijn gezicht
aanschouwend de wereld, wat ik aanricht
galbittere vlokken vermengen zich
in roodgebrande lavaluchten
de adem is leeg
verlaten ben ik, noch hoop noch leven
is er binnen of buiten
ik schreeuw tot in oneindigheid
de stilte achterna
Nino Michielse - Schrijfopdracht Edvard Munch
