Paradijselijke hartstocht

ik wist de
vruchten van de boom
ongrijpbaar voor mijn handen

zij tergden mij
door in hun volle wasdom
daar te blijven hangen

ik joeg boze dromen
als wervelwinden
door hun hoge kronen

ze rijpten verder
in de warme zon voelden
dat het oogstfeest bijna begon

ik fluisterde liefde met
armen om de stam geslagen
mijn bede werd niet opgedragen

schudde woest de
laagste takken door elkaar
alleen de kneusjes vielen daar

maar jij bellefleurde in het
hoge licht was de enige die van
mijn paradijselijke hartstocht wist