onvoltooide reis
aan een kant zwart
aan een kant zwak beschenen
door een onbekende zon
reizend onder het onbegrensd plafond
boven de oneindige vloer, verloor
een cruisegodin haar kralen
daar, nog vier aan elkaar
restant van
een geavanceerd snoer
dichterbij
worden de parels pokdalig,
rafels, kartelige gaten
ik zweef in gezelschap van
ademruis en angst voor
anderszijn naar binnen
gebroken stoelen stuurconsoles
hiëroglyfen bedekt
met stofgruis en museumstilte
weggekookte ogen
staren naar me
door vizieren van ijs
hoeveel jaren
hoeveel eeuwen
hoeveel kansen
op een haven
zoete wind en zout gras
dachten zij
die net als wij
konden denken
wilden hopen
©2006dedeurs