Oeverloos laveren

ik wil langer schemeren
om het dubbele in ons
bestaan intenser te beleven

de speels vrolijke kanten
het lieflijk dansante
in het jeugdig bewegen

in schaduwen bijeengeraapt
de desolate wanhoop zonder
uitweg en het ten einde raad

wij blijven bij de grenzen weg
in oeverloos laveren maar zoeken
beide zijden op in steeds proberen

zo juichen wij van vreugde
dompelen onder in immens verdriet
in ons licht en donker schemerlied