Met gods zegen

wij hebben
het land verdeeld
een tuin geschapen
waar ieder zijn deel van
de schepping kan maken

met groene vingers
zwarte aarde strelen
knoppen en verwarde
bloemen nog even stelen
in hun openen naar de zon

ik wilde stuifzand
duinen en veel wind
dacht mij een kind
met grote zwarte hond
en zee als vagebond

alleen het helm
is blijven staan
bramen hebben alles
overwoekerd ik heb ze
met gods zegen laten gaan

nog hebben wij
het land niet afgebakend
er is geen strijd want ook
eeuwigheid is door de natuur
vandaag nog niet te maken