Lizzie's Verhaal 8

Ik heb het gedaan!
Ik ben naar die flutzaak op de hoek bij de Markt geweest en ben binnen rond wezen kijken. Een of andere trut met hoogglans op het gezicht van de zonnebank en het haar opgestoken alsof ze onder stroom stond, vroeg of ze me kon helpen.
‘Kijk,’ begon ik, ‘ik heb nog een hoekje over in de kamer, daar wil ik eigenlijk zo’n schattig kistje neerzetten, maar die kistjes hier…’
Zonnebank begon uit te weiden over het speciale van die kistjes. Ze werden in Thailand gemaakt en waren dus volstrekt authentiek. Ik moest toch echt eens letten op de details. En ze vroegen er beslist helemaal niet veel voor. Ik moest er ook aan denken dat ze helemaal van overzee kwamen.
‘Het is troep,’ zei ik glashard.
Zonnebank verschoot van kleur. Het wit van d’r vel kwam dwars door d’r hoogglans. ‘Pardon!’
‘Dit is troep,’ herhaalde ik het woord met nadruk. ‘Gemaakt door jochies van de technische school die net een hamer en zaag hebben leren vasthouden, maar eigenljk liever achter de computer zitten. Ik zie overal splinters, witte verf op de verkeerde plaats, zwaluwstaartverbindingen zoals ze niet moeten en haakse hoeken zo krom als mijn oma met wandelstok, troep dus!
Zonnebank haalde diep adem. Ik ook. Zo stonden we tegenover elkaar. Toen zag ik Laurel en Hardy. Te snel uit hout gebeiteld en met een lik verf afgemaakt. Allemaal zo grof dat de typische gezichtsuitdrukkingen verdwenen waren.
‘Dit hier, goed voor de openhaard,’ knikte ik achteloos. ‘Dat geldt voor bijna alles.’
‘Jammer dat u er zo over denkt,’ zei Zonnebank ijzig.
‘Ik ben van de krant,’ zei ik. Mijn stem klonk als tien graden onder nul. ‘U leest het wel.’
Ik wandelde bedaard firma wrakhout uit, verbluft nagestaard door Zonnebank die plotseling niet zo bruin meer was.