Levenloos wind en steen, gedicht
Je klopt in het hart van de apotheker
Die vandaag is doodgegaan
In de som, uitgerekend
Op een vel papier dat met de wind
Is mee gegaan –
In de steeg achter het huis
Klopt je bezem
Tegen de stenen en tegen
Het raam
als de takken
hier
waar ik een onbewoonde kamer binnenga –
Zo donker dat zelfs binnenin
de dag het licht is uitgegaan
een steeg
We staan in een droom
Die steeds terugkomt als een mot
naar binnen en mij kwelt
Zo blind ben ik naar huis gegaan
en met het kraken van de deuren –
daar sta je in de serre
Levenloos wind en steen