India, bijzonderheden

India ligt ingeklemd tussen de Golf van Bengalen in het oosten, de Arabische Zee in het westen en de Indische Oceaan in het zuiden. Ten zuiden van de Himalaya ligt de grote noordelijke laagvlakte, met een gemiddelde breedte van ca. 320 km en op sommige plaatsen meer dan vijfhonderd kilometer breed. Deze laagvlakte wordt gedeeltelijk in beslag genomen door het stroomgebied van de rivieren de Indus, de Ganges en de Brahmaputra. Deze gletsjerrivieren leveren water voor bevloeiing en jaarlijks een nuttige sliblaag. De dikke lagen alluvium maken de laagvlakte tot een van de vruchtbaarste landbouwgebieden ter wereld. Dijken of modderbanken zijn de enige opvallende kenmerken die het eentonige, vlakke landschap onderbreken. In het noordwesten, in de deelstaat Rajasthan, ligt de extreem droge Thar woestijn, ook wel Indian Desert genoemd.
Hoofdstad: New Delhi. (Andere belangrijke steden zijn: Kolkata en Mumbai)