Huwelijksochtend
Die februari, naar verluid,
op de huwelijksochtend van zijn bruid
Mist kleurde de huizen uit
Haar vleugels verrezen boven zijn hoofd
Terwijl hij naast een ander sliep
De Havik, zijn gouden diep
Sloeg haar gade vanuit een droom
Zijn prooi op de aarde
Wankelde onder zijn oog. Hij dook
Omvatte haar lendenen, zijn klauwen
Zonken in haar vlees. Overmand. Ze werd een leemte,
In de handen van de slager, en hij at
bloed uit haar wond