Hun dodelijke trommen

wij gingen
rood omhoog
uit groen dat
lucht geworteld
aan de natte
beademing lag

het donkere gat
dat krioelde vol
bewegen onder
een uitspansel
dat alle energie
gaf aan dit leven

wij bloeiden niet
maakten geen vrucht
maar kleurden de
hemel waaronder
de schepping door
de mens was gevlucht

hun vurige vraatzucht
was de dood voor
het woud in een kaalslag
die de mens is begonnen
hun dodelijke trommen
zijn de kraamkamers voorbij