Verotte zomer

Honden blaften in de avond
Ik luisterde naar hun koude lied
Boven de huizen bleekte het zenit
Takken wurgden het raam
De honden vielen stil want tegen de nacht
Sliepen ze en ik dacht
misschien speelt hij ergens in een park
en is hij de tijd vergeten
Mijn moeder die ook niet slapen kon zei
dat wij net als je ouders waakten en wachtten
Op je thuiskomst, maar
Slechts stil gezoem bij de vuurplaats
Feiten in onherbergzame verhalen van het geheimzinnige
kleurloze vloerkleed dat je lijkkleed in een landschap was
Niet meer, niet minder, maakte dat ik zag
Een jongen met te dunne ogen
Spelend in zand of gras totdat je ineens verdwenen was
Als een wekker die te vroeg was afgelopen
Zomaar, ten teken dat er geen reden
In God's wegen was