Hoe schrijf je een gedicht?

Gedichten schrijven is niet moeilijk. Om een gedicht structuur te geven kan je verschillende technieken toepassen. Rijmen is maar een manier. Er zijn echter heel veel gedichten die niet rijmen. De beste dichters maken heel handig gebruik van rijm, maar menige goede dichter rijmt juist helemaal niet graag. Versvormen zijn ook handig om je gedicht structuur te geven. Als je eenmaal weet hoe het moet, gaat dichten vanzelf.

Gedicht schrijven, waar moet ik beginnen?

Hoe schrijf je een gedicht? Eigenlijk wordt een gedicht vaak mooi als het recht uit je hart komt, maar ja, ook dat is niet helemaal waar want ook vrolijke gedichten waar helemaal geen gevoelige zaken aan te pas komen, kunnen heel goed in de smaak vallen.

Gedicht, rijm of geen rijm?

Rijm kan een gedicht ordening geven, maar het kan ook storend werken. Goed of zinvol rijmen is eigenlijk nog een hele kunst. Rijm wordt snel storend als er te veel rijm in een gedicht zit, of als er alleen maar een woord gekozen is omdat het moest rijmen op een ander woord. Dat noemen we dan ook wel eens ‘dwangmatig rijmen.’ Een voorbeeldje van storend dwangmatig rijm:

Jan loopt op straat
hij is kwaad
want een goede daad
waar hij staat
daarmee weet hij zich geen raad
dus werkt hij zich uit de naad
toen ging er een bal door de ruit
o nee, het was een stuk fruit!

Je ziet het: dat is een zinloze en lelijke manier van rijmen, en dit soort rijm zie je nog (te) vaak bij (middelmatige) Sinterklaasgedichten. Dit soort rijm helpt je gedicht om zeep. Slagrijm of aaaa rijm, is alleen leuk als de woorden heel slim gekozen zijn en op elkaar rijmen zonder dat je het gevoel hebt dat ze alleen maar gekozen zijn om het rijmen zelf. Als je een rijmend gedicht wilt schrijven, denk dan goed over de keuze van rijmwoorden na. Er zijn meer woorden die op elkaar rijmen dan je denkt.

Achter een kast vol saaie boeken - A
stond Jantje uit zijn neus te snoepen - A
Lekkere, warme, zachte snotjes - B
en Jantje noemde zijn snotjes ‘potjes.’ - B

Eerst was het nog stiekem eten
maar spoedig leek het meer op ‘vreten’
want zijn hele vinger ging zijn neus in
en toch was dat nog maar het begin

want na die vinger kwam zijn hand
en ook zijn arm ging onderhand
dat ging zo door met buik en benen
en toen opeens was Jan verdwenen.

Bijna werd het Jan zijn dood
maar gelukkig kwam hij veilig thuis
toen hij zijn vieze, vuile neus eens snoot.

Bovenstaand gedichtje/versje heb ik zelf eens uit verveling geschreven en het heeft een typisch aabb rijm. Dat wil zeggen dat er steeds twee opeenvolgende regels op elkaar rijmen. Toch rijmt het niet overal. De eerste twee regels lijden al meteen aan ‘schijnrijm.’ Dat houdt in dat je wel ergens vaag de indruk hebt dat het rijmt omdat er klanken in voorkomen die hetzelfde zijn, maar ze rijmen eigenlijk niet echt. Bij regel 7 en 8 zie je iets soortgelijks. Dat mag gerust in een gedicht. Het gaat om het resultaat. Als het verder niet stoort is het leuk om te experimenteren. Van de laatste drie regels rijmen alleen de eerste en laatste regel op elkaar: aba

Hoe zou een abab rijm er uitzien denk je?

Versvormen

Er zijn veel versvormen die dichters gebruiken om hun gedicht vorm en structuur te geven. Een heel bekende versvorm is de Haiku. De Haiku bestaat uit drie regels en 17 lettergrepen. De eerste regel heeft er 5, de tweede 7, en de derde heeft weer 5 lettergrepen. Een Haiku mag niet rijmen en behoort over de natuur te gaan. Een Senryu is ook een 5-7-5 lettergrepen versvorm en gaat vaak over mensen.

Het sonnet

Het sonnet is een andere versvorm die beroemd is en regelmatig gebruikt wordt om een gedicht vorm te geven. Een sonnet heeft (tegenwoordig) 14 regels. Oorspronkelijk (het sonnet werd beroemd in Italië) worden die 14 regels verdeeld over vier strofen. De eerste twee strofen hebben elk vier regels. Een strofe met vier regels wordt een kwatrijn genoemd. De laatste twee strofen hebben elk drie regels. Er zitten nog verschillende regels aan het schrijven van een sonnet verbonden. Het rijmschema is vaak abba abba cdc dcd.

Het vrije vers

Bij het schrijven van een vrij vers hoef je niet te rijmen en je hoeft je ook niet aan versregels en rijmschema’s te houden. Als je de eerste strofe drie regels wilt geven en de volgende zeven, dan mag dat. Je mag ook met taal experimenteren in het vrije vers. Wat je bij een vrij vers ook wel ziet is dat er middenin de regels middenrijm is toegepast, misschien om het gedicht toch poëtische houvast en structuur te geven. Dat wil zeggen dat woorden die middenin de zinnen staan, soms dus wel op elkaar rijmen. Dat hoeft uiteraard niet. Omdat een vrij vers geen regels heeft, waardoor het gedicht aan een klein kort verhaal doet denken, wordt het vrije vers ook wel proza-gedicht genoemd.

Alliteratie, wat is dat?

Alliteratie is eigenlijk een leuk trucje om je gedicht wat structuur te geven. Teksten klinken daardoor lekkerder. Alliteratie wordt ook wel stafrijm genoemd, of letterrijm. Het houdt in dat je woorden die met dezelfde letter beginnen, bij elkaar zet. Voorbeeld:

De zoete zachte zon
lachte licht van liefde
naar de blauwe bankjes
in het park vol parels

Goed, een meesterwerk is het niet, maar je ziet wat alliteratie is. De zon die lacht in dit gedicht, noemen we trouwens een personificatie. Een wat? Een personificatie. Een zon kan namelijk niet echt lachen en dus wordt de zon in dit ‘gedichtje’ als een persoon behandeld door de zon te laten lachen, vandaar de term personificatie.

Er is nog veel meer over het schrijven van gedichten te melden, maar dit waren gewoon een paar algemene weetjes.

Een paar tips om een gedicht te schrijven

• Verzin een duidelijk onderwerp voordat je aan de slag gaat, zodat je gedicht niet van de hak op de tak springt. Dit is erg belangrijk. Schrijf over dingen die jou interesseren of die je echt leuk of belangrijk vindt, dan lukt het meestal het beste.
• Als je graag wilt rijmen, kies dan een rijmschema (bijvoorbeeld abab in plaats van elke regel op de volgende regel te laten rijmen: aaaa (slagrijm). Slagrijm is niet mooi. Te veel rijm achter elkaar geeft geen rust (Jan had een pan die kon wat man en Han van San kan er ook wat van zei Jan). Phew, zoveel rijm, dat geeft juist onrust bij het lezen en leest daardoor niet prettig. Een duidelijk rijmschema geeft rust voor je lezers en dan zullen ze je gedicht meestal beter vinden. Laat dus niet elke regel op de volgende regel rijmen, enzovoorts.
• Als je rijmt, kies je rijmwoorden dan met zorg uit. Kies geen rijmwoorden omdat ze nou eenmaal op een ander woord rijmen. Kijk goed of je gedicht er mooier of beter van wordt.
• Komt er een mooie of leuke zin in je hoofd op? Wen jezelf aan om mooie of leuke zinnen te noteren, je kunt ze later gebruiken voor een van je gedichten.
• Lees eerst eens wat poëzie voordat je zelf gaat dichten. Je zal dan ontdekken dat poëzie veel meer is dan alleen maar een rijmpje maken.
• Pas ook eens alliteratie toe: De hond hangt hechter aan mijn hielen.
• Pas ook eens middenrijm toe in plaats van (altijd) eindrijm: De hond, zijn tong is paars en hangt naar buiten als een laars van levend leer. (Herken je in de laatste twee regels de alliteratie en het middenrijm?)
• Denk niet, ik kan geen gedichten schrijven. Kijk om je heen: poëzie is overal. Poëzie is in de bomen en op straten, in kleine en grote levensvragen. Poëzie zit in het gezicht van je leerkracht verborgen en in het gedrag van mensen op straat. Poëzie is overal, in de ogen van je klasgenoten en poëzie woont ook in jou. Kijk eens in de spiegel en zoek de poëzie in jezelf. Poëzie zit ook in hele gewone dingen.

Gedichtenmixer

Maak kaartjes met mooie of leuke of rare zelf bedachte (!) zinnen, schudt ze door elkaar en leg een paar kaartjes met zinnen op verschillende volgorde neer en kijk wat eruit komt. Probeer op die manier een gedicht te componeren. Hoe meer kaartjes, hoe meer mogelijkheden. Je kunt, door kaartjes met zinnen erop neer te leggen, op (nieuwe) ideeën komen voor een gedicht en aan de hand daarvan de teksten aanpassen zodat het een kloppend gedicht wordt. Je kunt ook met een groepje kinderen kaartjes maken en er samen gedichten van maken.

Sinterklaasgedichten: hoe schrijf je een Sinterklaasgedicht?

Een Sinterklaasgedicht kan je het beste schrijven met een aabb of een abab rijmschema. Voorkom slagrijm : aaaa.
Probeer standaardzinnen zoals 'Sint zat eens te denken wat hij jou zou schenken' te vermijden. Dat is al duizenden keren eerder gedaan. Zoek met zorg naar geschikte rijmwoorden en kan je geen goed rijmwoord vinden, verander je zinnen dan eens zodat er andere mogelijkheden om te rijmen ontstaan.

Wil je reacties op je gedichten of verhalen, en advies over hoe je schrijfwerk (gedichten en verhalen) verbeteren kunt? Neem dan eens een kijkje bij de gratis online workshop http://www.schrijven.wikidot.com/

Artikel, Buter, non-fictie