Het zwarte moeras

ik ken de
witte wieven en
het zachte gepruttel
van het gas uit
het zwarte moeras

de vage zuchten
van oude bomen
als de wind is
gaan liggen en takken
vrij kunnen dromen

toch is in de jaren
het donker verdiept
omdat onbereikbaar
bezit heeft genomen van
ruimte ten koste van licht

waar vroeger het bos
zich transparant opende
met oplichtende plekken
en spiegelende vennen
dreigt de woeker van groei

het recht van de sterkste
in entropie van de eenvoud
overheerst de harmonie
der soorten door hun
verstikkende aanwezigheid