Het tijdelijk wit

weer brandde geestdrift
zijn heilig vuur
trok vitaliteit zich
niets aan van jaar en uur

ik speelde als kind
met hagel en sneeuw
wind liet ons dansen in
een wereld van voorheen

het tijdelijk wit
had alles begraven
waar wij eerder om gaven
het voelde zo een

in samen smelten
warmde eeuwige jeugd
kou deerde mij niet
wist dat de zon mij weer riep