Het regent olijven

het regent olijven
tussen stukken
schroot en puin

stof van eeuwen
dwarrelt moedeloos
in de oude binnentuin

ooit waren
muren zomerwit
kleurden geuren siësta

in restanten
schrijnen zij
wat er van over is

er is geen mens
om de oogst te rapen
alleen wanhopig klagen

waar ooit stilte heerste
van de middagrust fluiten
bommen in hun laatste vlucht