Het mystieke woud

ik zag
je armen de
hymnes orkestreren
hoorde het zachte
zuchten van de
takken in het
mystieke woud

in donker
spiegelende vennen
scheen de maan
zijn gele verzen
tegen het magisch
onrustige water
als gods prater

toch voelde ik mij
met jou erbij me
wonderwel thuis
tussen de oplichtende
melodieën van
onbekende ballads
in aarde ’s achtertuin