Het apocalyptisch lijden

eindelijk weer
een snijdende wind
sneeuw die
steeds hoger klimt
hechtend aan huis en haard
zelfs voordeuren niet spaart

glitters in een
aardedonker buiten
de greep van vorst
op beslagen ruiten
het krakend passeren van
hen die kou moeten trotseren

warm knettert
het vuur in uren
die in stroperige
traagheid verlopen
scherts en lach
houden de ogen nog open

de wereld wacht
in langzaam verglijden
naar weer een geboorte
van god of toch op
het apocalyptisch lijden
van het einde der tijden