Grote Borsten

Ik had het eenmaal gezien
Hoe het koude beest over haar borsten kroop
Haar lichaam als een weiland zag
En zo bleef ik aan haar denken
Ik had haar lief
Dag na dag, terwijl ik nog te klein was
Om haar lief te hebben

Er stond in onze tuin een sikkel in een hoek
Van een schuur waarin stof leefde
Stof wat sterk naar asfalt smaakte
Daar stond ook mijn sportwagen
Net echt, maar rood en dood,
Sinds mijn klasgenoot
Was omgekomen op de autoweg
En ik van mijn moeder
Niet meer buitenspelen mocht

Vol spinnenwebben die hun lijm
Verloren hadden – en het stuur
Een roestend oogje, en overal
Dode dieren met uitwendige
Skeletten, die dor en broos
Aan de wielen bungelden

Ik nam plaats. Ik gaf gas en reed
Zo snel ik kon over de wegen
Naar mijn lief, ik zag
Haar paardenstaart, haar grote borsten
Dansen en de beesten op haar huid bewegen.