Gods vinger

ik mis de toren
die ooit uit
gebed is geboren
opgestaan maar nooit
ter kerke is gegaan

gods vinger
is niet meer
sinds de heren hebben
besloten dat hij moet
worden afgebroken

van het gebouw
staat de deur nog aan
kringelt wierook
door gebeden over
toekomst en verleden

bewaken kaarsen
walmend zielenrust
terwijl het vet
al sissend naar
beneden drupt

toch is er hoop
op voortbestaan
de ruimte wordt
dan omgedoopt tot
opslagplaats voor schroot