Gevangen ruim sop

ving zonnestralen
bij het varen
glinsteringen die
ik wilde sparen
maar ongrijpbaar
lichtten zij op
in een handvol
gevangen ruim sop

zij glipten langs
zwarte wolken
kleurden goud
tegen diep blauw
stofjes schaduw
markeerden bundels
groenden het land
met gods gulle hand

ik heb het begin
gezien van jouw
liefdesthermiek
een warme draaiing
spiraalde omhoog
naar lach en ogen
door in je haar te
pieken tot herfsttint

om met donkere
wortels in zwart
aan de lange reis
naar de jeugdige
schat in witgrijs
te beginnen die ons
vruchten bood met
zacht rood van binnen