Geld lenen voor mijn vrouw

‘Wat ben je toch een sukkel,’ zegt mijn vrouw Tutti. ‘Nou moeten we alweer geld lenen.’

Tutti staat in de deuropening van de huiskamer, waar ik achter mijn computer zit. Ze ziet er kwaadaardig uit. Ze draagt een zwarte jurk met fluwelen bloemen, die als een lijkenkransje rondom haar decolleté pronken. Een zwarte centuur met zilveren noppen om haar taille en schoenen met hoge hakken aan haar voeten. Sinds ze haar haar heeft zwartgeverfd ziet ze heel bleek. Op haar lippen zit donkerpaarse lippenstift. Sinds ze denkt dat ze een heks is en aan Gothic doet, is ze veranderd.

‘Snoetje, het is maar een spelletje op het internet,’ antwoord ik. ‘Pokeren is verder volstrekt onschuldig. Dat ik een beetje geld verloren heb is heel normaal. Dat win ik vandaag of morgen wel weer terug. Ik ben heus niet meteen verslaafd of zo. Wat heb je een leuke kleren aan. Mooie schoenen ook. Fijn kleurtje op je lippen. Wat kostte dat allemaal, schatje?’ Ik glimlach breed naar haar. Dan besef ik dat ik mijn gebit niet in heb dus ik stop snel weer met grijnzen. Ik knik vriendelijk. ‘Mijn glimlach staat nog op het nachtkastje,’ grap ik.

‘Je ziet er niet uit,’ zegt Tutti. ‘Helemaal verwilderd. Je zit dag en nacht achter je computer te pokeren en al ons geld raakt op. We moeten geld lenen omdat je er niet mee ophoudt. Je geeft te veel geld uit. Hoe moeten we onze schulden nou afbetalen?’

‘Popje, neem dan een baantje,’ antwoord ik nukkig. 'Jij bent nog jong. Ik ben al bijna 60.'

‘Ze nemen me nergens aan, ik ben dat solliciteren zat. Ze nemen nergens heksen aan.’ Ze kijkt me beteuterd aan. Haar paarse lippen krullen naar buiten.

Ik zucht. ‘Geen zorgen lieverd, morgen ga ik weer naar mijn baas. Dan zal ik weer hard gaan werken voor al het geld wat jij uitgeeft aan je nieuwe kleren en je nieuwe hobby hekserij, en zo. Dan loop ik ook wel meteen even langs de bank en leen meteen wat geld, oké? Laat me dan nu even met rust, ik wil even een potje spelen. Misschien win ik wat geld terug van alles wat je te veel hebt uitgegeven.’

‘Het spijt me dat ik te veel geld uitgeef. Ik stond er even niet bij stil. Wat ben ik toch een egoïst,' zegt Tutti. 'Door mij kom je in de schulden, daarom speel je natuurlijk poker. Ik voel me afschuwelijk. Zoveel geld als ik soms uitgeef en dan verwijt ik jou je pleziertjes…’

‘Ja,’ antwoord ik. ‘Maar, ik vergeef het je omdat ik zo veel van je hou.' Ik glimlach breed naar mijn lieve dure vrouwtje. Mijn tandeloze kaken krijgt ze op de koop toe.

Andreas Blender, schrijfopdracht: Geld Lenen.'