Geld lenen voor het goede doel

‘Pap?’
Oh oh, ik ken dat toontje. Problemski. Rustig blijven.
‘Ja, meid.’
‘Pap.’
Ze durft nog niet.
‘Zeg het maar, meid.’
‘Nou, het zit zo.’
‘Hoe zit het meid?’
‘Nou, ik wil wat geld van je lenen.’
Dat doet ze niet dikwijls. Ze heeft een goeie baan. Daar moet ik eerst meer van weten.
‘Hoeveel?’
‘Nou, een paar…’
‘Oh, als dat alles is. Hier heb je drie flappen.’
‘Dank je wel.’
Ze blijft treuzelen. ’Wat is er nou, meid?’
‘Nou, ik vind het erg lief, maar het is niet …’
‘Niet genoeg? Hoeveel heb je dan nodig?’
‘Nou, een paar …. duizend.’
‘Zo?’
‘Dat komt…..’
Nou, schiet nou maar eens op. Ik maak een ongeduldig gebaar.
‘Nou Pap, dat komt… ik wil gaan trouwen.’

Boiiinng. Onze vrijheidstrijdster voor de belangen van de hedendaagse vrouw. Vroeger feministe geheten. Even afhouden.
‘Zo meid.’ Onverplichtend.
‘Ja Pap.’
Ik ga in mijn gedachten de meute na, die ons huis buiten onze controle bezoekt. Jacques? Ik hoop het niet. Zweverig type. Henk? De naam alleen al. Simon? Nou, dat zou nog gaan, zij het dat hij een kind voor zijn rekening heeft, overgebleven uit een gestrande relatie. Ik kom er niet uit.
‘Wat leuk voor je.’
‘Ja.’ Ik heb haar wel eens enthousiaster gehoord.
‘Weet je, Pap.’
Nee, natuurlijk weet ik niet. Even zwijgen.
‘Weet je, ik ben erg gek op…’. Ze maakt haar zin niet af, dus nou weet ik nog niks.
‘Wat leuk…’ Ik breek af. Dat heb ik net al gezegd.
‘Ja, hè? En zij op mij.’ Quasi achteloos. Waar is mijn pot met wijsheid.
‘Wat leuk…’
‘Páááp.’
‘Nee meid, dat meen ik echt. Als jij…’
‘Natuurlijk. Ik ben helemaal hoteldebotel.’
Nou, dat is tenminste iets. Euforie heeft de eigenschap in te zakken.
‘Hoe heet ze?’
‘Wat doet dat nou ter zake. Het gaat om het principe.’
‘Nou, vind ik gewoon leuk om te weten. Praat wat makkelijker.’
Ze blijft aarzelen.
‘Ken ik haar soms?’
Ze knikt, wat benepen. ‘Ja.’
‘Nou?’
‘Nou, het is Sonja.’
Dit soort dingen zou een man op mijn leeftijd niet onvoorbereid moeten meemaken. Sonja. Mijn hemel.
‘Oh.’ Wat moet een verlichte vader anders zeggen.
Maar of all the fucking women in this city, moet het uitgerekend Sonja zijn.
Ze kijkt me onderzoekend aan. ‘Nou, wat vind je er van?’
Wat ik vind van Sonja? Nou, dat zal ik u zeggen. Deze Sonja is van meer markten thuis. Inclusief degene die ik vroeger bezocht. Samengevat: we hebben recent een avond samen doorgebracht. Op haar instigatie. En hoe. Dus ben ik chantabel.

Ik moet nu ernstig mijn historische werkjes gaan raadplegen. De oude von Clausewitz? Vom Kriege. Of Machiavelli? Il Principe. Misschien wel handiger, want hij wist hoe je principes moest hanteren.
Want Sonja? Met mijn meidje? Over mijn dode lichaam. Of dat van Sonja.

hendrik