Geld lenen 6

‘Er zat vijfhonderd euro in de blikken trommel.’
Bernard en Trude hadden dat in de afgelopen twee jaar moeizaam bij elkaar gespaard. Iets van zijn pensioen, af en toe van haar werkgeld. Het bedrag was te weinig, maar omdat alles tegenviel, de energiekosten de pan uit rezen, de huur maar hoger werd, de levensmiddelen in de winkel stiekum duurder werden, konden ze vaak niets opzij leggen.
Ze hadden met lede ogen gezien hoe er zomaar van zijn pensioen werd geknabbeld en Trude had met rood hoofd en onzeker in haar woorden bij haar mevrouwen voorgesteld of het bedrag dat ze per uur verdiende als werkster, misschien iets omhoog kon.
Tweeduizendvijfhonderd hadden ze nodig. Zo stond het in de papieren. Een afgrijselijk bedrag waar ze niet omheen konden, want het ging niet langer. Er moest iets gebeuren, en dat gruwelijke bedrag stond voor de bevrijding die ze samen zochten.
En toch bleef het raar.
Neem nu de manier waarop ze elke cent omdraaien en samen overleggen, luister hoe hun stemmen klinken als ze er samen over spreken.
‘We kunnen geld lenen,’ stelde Bernard voor.
‘Dan moet je rente betalen,’ wist Trude. Met haar tweeenzestig jaar had ze veel verstand van geld, ondanks dat ze maar simpel werkster was.
‘Dan zou het sneller gaan,’ hield Bernard aan. ‘Dan kunnen we er eindelijk een punt achter zetten.'
Ze keken elkaar peinzend aan. Hulp hadden ze afgeslagen. Interventie van buitenaf moesten ze niet. Ondanks het feit dat ze een genoeglijk echtpaar leken, hadden ze besloten dat ze absoluut niet meer van elkaar hielden en dat het scheiden zou worden, maar dat was peperduur en er zat nog niet genoeg geld in de trommel.
Trude legde haar rimpelige hand op zijn pols. ‘We vinden er wel wat op.’
Hij probeerde naar haar te kijken zoals ze was geweest, toen hij van haar had gehouden. ‘Misschien winnen we de loterij.’
Kennissen hadden nog nooit een stel gezien dat zo goed bij elkaar paste en nooit ruzie maakte, toch wilden ze absoluut van elkaar. Als het geld er was.