Droommeisje?

Ik vroeg haar of ze Engels sprak en mij wou verontschuldigen voor het onophoudelijk staren in haar ogen. Ze had immers de meest prachtige ogen die ik ooit gezien had, zelfs gesloten waren ze verblindend.
Ze bloosde, lichtjes, net voldoende om te laten begrijpen tot welke wonderlijke vrouw ze zou uitgroeien, nu was ze pas twaalf, een asielzoekster op de trein naar Berchem Station, hoop en wanhoop in één beeld.

Mijn eigen vriendin heeft ook fantastische ogen, haar blik op zich is pure kunst.
Ze mag van mij dan ook doen wat ze wil, altijd zal ik haar vergeven, als ik maar bij haar mag blijven.
Ik leef voor haar, en een beetje voor mijzelf, maar zelfs dat enkel door haar.
Alleen zou ik het niet waard zijn het lijden verder te zetten, enkel dankzij haar mag ik overleven.

Zij moet mij ook steeds alles terug vergeven, mijn fouten, mijn grapjes, mijn zijn.
Elke dag opnieuw, tot vervelens toe.

Ik hoef dan weer niet alles van haar te weten, ze mag haar eigen kleine geheimpjes koesteren, zelfs uitspelen in mysterieuze toneeltjes, met de jaren blijk ik steeds toleranter.
Of jaloerser en realistisch genoeg om te beseffen dat ik toch nooit alles in handen zal hebben, hoe harder ik zal proberen, hoe verder ze zich zal losrukken.
Moeten mag bij ons niet uitgesproken worden, niet bestaan, vrijheid voor alles.

Zelfs tussen ons, ik hoef het gewoon niet te weten, als ze er maar is als ik haar nodig heb, altijd dus. Zonder haar aan mijn zijde is de strijd te ongelijk, ben ik te weerloos voor de grote wrede wereld.

Eén keer was ze boos op mij, ik noemde haar ‘droommeisje’ en een ander ‘droomvrouw’, een terecht onvergeeflijke blunder, voldoende reden om bij me weg te gaan, een uiting van te weinig respect.
Ik bedoelde gewoon dat zij, wij, nog niet klaar was voor de titel ‘vrouw’, ze is nog te hoopvol, te jong, ik wil haar nog niet belasten met die zware taak.
Ik kon bovendien niet geloven dat er meer dan één droomvrouw ter wereld kan bestaan, ik vreesde dat Hij ze had ingenomen en ik verweesd moest achterblijven.

Zij heeft echter alles in haar om het ook te worden, ooit, en ze is druk bezig de tijd in te halen en ook dit gevecht te winnen, op haar eigen, kleine, tedere manier.

Ik kan enkel nederig zijn voor dit geschenk, voor zoveel onverwachte liefde en me dagelijks voor de geest proberen halen hoe het leven zonder haar zou zijn om me dan huiverend van angst terug onder de dekens te rollen.

Nabij Berchem leek de hoop uiteindelijk alweer een dag te kunnen winnen.

Wulfy15