Roep

Langzaam bewandelen we de houten brug
Onze voeten klossen over de planken
De avond valt, het is een bom
Die in mijn ingewanden barst
Ik eindig het lopen om het landschap
Te bevatten. Angst begint mij te onderzoeken
Er is geen weg terug van het innerlijke
Waar vuur oplaait in een roep
Hier bestaat een God
Om mij te vervullen met zoveel ontzag
Leg ik mijn handen op mijn oren
Om het geschreeuw in mijn hoofd niet te horen
Maar het krijst en het kermt
De planten, de wolken, de bloemen,
Het huilt als een hunkering
Anna Appels, schrijfopdracht Edvard Munch Impressie