De groef in vinyl

ik heb nooit
sprookjes gekend
was toch immers
een grote vent

vaak bouwde ik
met veel blokken
grote muren met een
raam om door te gluren

ik metselde compact
dat toch een kiertje
met uitzicht had op de
woelige werkelijkheid

wel had ik
mijn dromen waarin
alles een keurige
zachtheid kon tonen

zij wolkten en
dolden rond zon
en licht in een helder
blauw vergezicht

waar de wind
mij droeg naar de
groef in vinyl van de
muziek waar ik voor viel