Bol gepramd

rood bewoog
de spraakwaterval
van hoog naar beneden

nooit even stil en
tevreden over het
spraakmakend heden

hoog opgezeild
klapperden oren
steevast verleden tijd

strengden ogen
de te volgen route
zonder mededogen

het boegbeeld
sneed bol gepramd
regelmatig de zelfkant

pas toen ik
je kuste verstomde
jouw vocale energie

met stilte aan het roer
begonnen we het aanleggen
omdat jij niets kon zeggen